Voor het eerst in bijna dertig jaar ben ik weer alleen. De kinderen zijn al een paar jaar de deur uit en mijn huwelijk is op de klippen gelopen. Dat geeft ondanks diep verdriet om het verlies ook een fris tintelend gevoel van herwonnen vrijheid. Hier heb ik stiekem lang naar verlangd: eindelijk kan ik weer doen (en laten) waar ik me toe geroepen voel. Bovenaan mijn lijst staat een ruige roadtrip zonder vooropgezet plan of vaste bestemming. Op de kaart trek ik een lijn, vanuit mijn vertrekpunt loodrecht naar beneden, naar het Zuiden. Eindelijk ga ik weer solo op pad, ben ik ‘onderweg’ en sta ik open voor wat komen gaat.
Oude auto
Mijn belangrijkste uitrusting voor deze reis is een bijna veertig jaar oude Volvo-station. Met een reserveband, tent en fiets achterin en de garagekrik voorin. Een oude auto is minder voorspelbaar dan een nieuwe. Het brengt ook meer avontuur en uitdaging. Daar ga ik voor. Bij klein ongerief wil ik zelfredzaam zijn en zelf een lekke band verwisselen, de losgetrilde draadjes van de cruise-control achter het dashboard repareren en zekeringen vervangen. Bij groter ongerief bepaalt het lot waar ik zal stranden. Dat heeft me in het verleden leuke ontmoetingen gebracht.
De eerste dag is het niet de oude auto die mij nijpt te stoppen, maar een heftige migraine. De halve dag rijd ik met een natte handdoek om mijn hoofd en nek om mijn hoofd koel te houden. Ook met de raampjes open is het moordend heet in de auto. Mijn hoofd barst bijkans uit elkaar. Ik stop in een kleine dorpje omdat ik niet meer verder kan. Een tent opzetten zit er niet in.
Juiste plek, juiste moment
Op goed geluk klop ik aan bij een ogenschijnlijk wat vervallen hotel en vraag om een kamer. Achter de verveloze deur kom ik terecht in een oase van rust. Ik word door de binnentuin naar een apart huis geleid en loop langs een verstofte biljarttafel en een vleugel naar boven. Een wakker geschrokken vleermuis fladdert tegen me aan, verder is het doodstil. Uitgeblust plof ik neer op bed en laat de medicijnen hun werk doen.
Het is al donker als er op mijn deur wordt geklopt. Een mooie oude vrouw vraagt mij, tot mijn verrassing in het Nederlands, of het wel goed gaat. Ze heet Margot en vraagt of ik al gegeten heb en of ze wat voor me kan betekenen. Ik leg uit dat ik een paar dagen rust nodig heb, dat ik me morgen weer beter zal voelen en dan graag kom ontbijten.
Aan de ontbijttafel en de dagen daarna praten we over het leven, scheiden en alleen zijn. Ik ben onverwacht beland op de juiste plek, op het juiste moment. Wat een geluk! Margot is een wijze vrouw vol levenservaring. Ze spreekt de memorabele woorden die me bij blijven: ‘alleen zijn is niet erg als je weet dat er iemand is die op je wacht’. Zo zal het uiteindelijk ook zijn, maar eerst moet ik nog een tijdje alleen verder. Ik ben mezelf kwijt geraakt in mijn huwelijk, ik moet mijn autonomie hervinden.
Roadtrip naar mijn kracht
Gesterkt door de goede gesprekken, lange wandelingen en fietstochten trek ik verder zuidwaarts. Het wordt een roadtrip waarin ik vooral mezelf tegen kom. In mijn eentje zuivert mijn verdriet, zie ik helderder waar ik naar toe wil en kom ik in mijn kracht te staan. Het lijkt sterk op mijn ervaring van ruim dertig jaar geleden toen ik rond mijn 20e solo rondtrok drie jaar lang: ik heb het gevoel dat ik de hele wereld weer aan kan.
Ik slaap in de auto, kampeer wild en ga ‘tegen kost en inwoning’ gevels voegen op twaalf meter hoogte bij een oude zijdenrupsboerderij. Zwem ’s nachts bij volle maan, bbq in een oude kruiwagen en haal af en toe een nacht door met nieuwe vrienden. Steeds blijf ik hooguit een paar dagen, breek dan op en trek verder. Wat voel ik me in mijn element.
Ook ken ik momenten van eenzaamheid en verdriet, maar weet dan dat er mensen zijn die op me wachten. Het verdriet maakt plaats voor een gevoel van herwonnen kracht en geluk. Ik heb nog een heel leven voor me en op deze lange roadtrip zit ik zelf achter het stuur en vind mijn weg!
Heb jij weleens de tijd genomen om opnieuw koers te bepalen en er alleen op uit te trekken?
Met interesse dit artikel gelezen en ofschoon het weldadig is geweest voor de schrijfster, verdient het solo-buitenleven geen navolging m.i. Helaas kan dat zelden of nooit op deze planeet, zonder risico voor vrouwen alleen.
Zelfs in mijn zeer geliefde Noorwegen, waar ik al tientallen jaren met regelmaat kom, de Noorse taal spreek en de cultuur en samenleving begrijp, zou ik er niet over piekeren daar alleen buiten te kamperen, hoewel het land heel dun bevolkt is buiten de grote steden, de natuur adembenemend en het ieder vrij staat waar dan ook zijn bivak op te slaan, dat men daar “allemannsretten” noemt. Ik ben avontuurlijk en reislustig en reis ook graag alleen, maar buiten slapen waar dan ook, zie ik als zeer riskant (helaas voor vrouwen en meisjes en zelfs mannen zijn niet altijd veilig). Zelfs slapen in een oude Volvo buiten, beter van niet en ook niet in het Zuiden of welke windrichting dan ook. Minder romantisch, wel nuchter.