“Oh nee! Nee nee nee nee! Toe nou… please, please, please… blijf het nou doen.” Net op tijd bijt ik op mijn tong om niet de hartgrondige vloek uit te slaken die op mijn lippen ligt. Het kost me echt moeite om die binnen te houden. Helaas zijn alle smeekbedes voor niets en geeft mijn gekoesterde telefoon de geest. In een klap al mijn contacten kwijt, mijn appjes die nieuwe adressen bevatten, afspraken en leuke gesprekjes… alles pleite.
Inmiddels weet ik dus dat mijn back-up niet aanstond. Bovendien was ik in de veronderstelling dat ik alle nummers op de SD kaart had gezet. Niet dus. Helaas… Op zo’n moment bekruipt me toch echt wel eens de heimwee naar de ouderwetse huistelefoon. Gewoon de hoorn opnemen, nummer draaien en voilà: men was thuis of men was niet thuis.
Kwartje mee, het was simpel
Bijkomend voordeel van deze ouderwetse telefoons was dat je alle telefoonnummers uit je hoofd kende. Dat ging automatisch. Ik weet dat ik op mijn 35e nog altijd het nummer van mijn Rotterdamse oma, mijn lagere school én de buurvrouw uit mijn hoofd wist. Als kind en tiener hadden we volgens mij allemaal dezelfde vuistregel: je had een kwartje bij je en je wist je telefoonnummer uit je hoofd. Mocht je dan verdwalen was er in elk centrum wel een telefooncel en kon je naar huis bellen. Zo simpel.
Later, rond 1995, toen mijn eigen kinderen groot werden, dacht ik wel eens: hoe fijn zou het zijn als je een telefoon had waarmee je kon videobellen. Als je dan elkaar mistte om welke reden dan ook, kon je elkaar toch even zien. De ontwikkelingen volgden elkaar razendsnel op, tot het punt waar we vandaag de dag zijn. Bijna niemand kan meer zonder mobiel. Al was het alleen maar voor de opgeslagen telefoonnummers.
Geen goede zaak
Er zijn nu hele generaties die opgroeien met mobiele telefoons, computers in horloges en zelfs schoolboeken die al vervangen zijn door tablets. Een ontwikkeling waar ik me altijd een beetje zorgen om maak(te). Mijn omgeving noemt me ouderwets, conservatief en de opmerking ‘stilstand is achteruitgang’ hoor ik heel vaak als excuus. Conservatief ben ik wel een beetje. Maar ouderwets absoluut niet, aangezien ik zelfs uitgever ben van een digitaal magazine. Toch, voor jonge kinderen vind ik de schermmaatschappij echt geen goede zaak.
Zoet houden met scherm kan echt niet
Sowieso je kind zoet houden door middel van een scherm ben ik geen voorstander van, hoewel het echt wel eens van pas kan komen. Dat beaam ik ten volle. Toen mijn oudste dochter élke dag als ik ging koken haar huiluurtje kreeg, zette ik haar een kwartiertje voor de t.v. Toch vind ik zo’n korte periode iets heel anders dan een tweejarige die al een mobiele telefoon kan bedienen. Of zelfs ouders dwingt hun telefoon te geven door middel van een gigantische schreeuwpartij. Waarop de ouders dan maar weer toegeven: “Zo is ze in ieder geval even rustig.”
Digitale dementie
In het kader van Louis van Gaalsuitspraak – ben ik nou degene die zo slim is, of ben jij nou zo dom – ging ik toch op onderzoek uit. Let wel, ik ben geen professor en ik pretendeer niet dat ik het beter weet. Ik stopte alleen wat tijd en energie in deze materie en kwam veel onderzoeken van onder andere Prof. Manfred Spitzer tegen. In 2013 kwam in Nederland zijn boek ‘Digitale dementie, hoe wij ons verstand kapotmaken’ uit. Met dit boek kwam er ook aandacht voor digitale dementie.
Direct vergeten
Hij betwijfelt in dit artikel de efficiëntie van ons leerproces wanneer we alleen digitale media gebruiken. Er wordt dan geen gebruik gemaakt van de hersenen en, zo stelt hij: “Als je die niet gebruikt, leer je ook niets. Door de digitale media te gebruiken als externe opslagplaats hoef je het zelf niet te onthouden en vergeet je het eerder (ook wel directed forgetting genoemd). Dit hoeft geen probleem te zijn zolang de informatie maar ten alle tijd beschikbaar is, maar wat als van alles in de Cloud is opgeslagen en de Cloud niet langer beschikbaar is? Met leren programmeer je als het ware jezelf.”
Ze wist het nummer niet
Het was dus achteraf gezien helemaal een goede zaak, het onthouden van al die telefoonnummers. Dat vertel ik ook tegen het achtjarige dochtertje Jada van een kennis. Ze wil graag haar vader bellen maar weet het nummer niet en zodoende vertel ik haar mijn verhaal. Haar ogen worden groot: “Onthield je dan al die nummers? Mama heeft er wel vijftig.” Ik schiet in de lach en leg uit dat wij daar een oplossing voor hadden. Als even later haar moeder weer aan tafel zit legt Jada haar hand op de arm van haar moeder en zegt heel serieus: “Mam, weet je dat ze vroeger een telefoonboek hadden?” Ze draait zich om naar mij en met opgetrokken wenkbrauwen zegt de slimme meid: “Mandy, waarom bestel jij die niet online, dan hoef je morgen al niet meer zo te stressen dat je mobiel stuk is.”
Hoeveel nummer ken jij nog uit je hoofd? En zijn dat vaste of mobiele nummers? Herken je je in het digitale dementie verhaal van Mandy? Leuk als je jouw ervaringen met ons deelt.
Geef een reactie