Kortgeleden ben ik voor de tweede maal in mijn leven een eigen bedrijf gestart. Waar het op mijn 25e over bier en friet ging, gaat het nu vooral over de mens achter het verhaal. In mijn digitale magazine schrijf ik over wat dorpsgenoten bezighoudt. Wie ze zijn en hoe ze in verbinding blijven met het leven om zich heen. Dat is nogal een verschil; bier of schrijven, ik weet het. En niet alleen mijn stiel is veranderd. Mijn vorige bedrijf was samen met mijn moeder en dat bleek desastreus in alle opzichten. Overigens leerde ik jaren later na het lezen van onder andere dit onderzoek, over de succes- en faalfactoren van familiebedrijven, dat het niet alleen door onze familieband kwam dat het niet lukte. Na heel veel tranen mijnerzijds is ons contact is verbroken en dat is niet het enige wat nu anders is.
Het was niet mijn droom
Naast mijn beroep en mijn huwelijk is ook mijn levensinstelling veranderd. Bovendien is – goden zij dank – de relatie met mijn eigen dochter heel anders. Ook al heeft ze haar eigen column in het blad en springt ze achter de schermen soms bij met technische zaken; ze doet het omdat ze het zelf wil. Zo hoort familie te zijn, is mijn mening. Zelf ging ik mee in mijn moeders plan. Haar wens. Haar droom. Het was voor mij een soort wanhoopsdaad om haar tevreden te stellen, wat overigens nooit gelukt is. Daarbij streefde ik totaal voorbij aan wat ik zelf wilde.
Het was een mooie herkansing
Als kind riep ik al steeds: “We zijn familie. Laten we elkaar helpen; met elkaar, voor elkaar!’ Helaas verstond mijn moeder daar iets anders onder. Als mijn zusje geld van ons stal was haar antwoord; “we zijn toch familie? Met elkaar, voor elkaar. Jij hebt toch genoeg?” Afijn, toen zij een café wilde overnemen en daarvoor gebruik wilde maken van mijn middenstandspapieren verwachtte ik een ultieme kans om het principe ‘met elkaar, voor elkaar’ in de praktijk te brengen. Ik zag ondanks mijn zeer hardhandige, weinig liefdevolle jeugd dit als een pracht van een herkansing. Als we samen als familie een bedrijf hebben moet ze wel een beetje liever zijn, toch… zou je denken…
Niet zonder letterlijke slag of stoot
Helaas won de drank. Daar kon ik niet tegenop en na een paar jaar had ik vreselijk genoeg van mijn moeders gedrag. Inmiddels was ik bovendien bulten ervaringen rijker, een hoop geld en nog meer illusies armer. Het was tijd om te gaan. Ook dat ging – geheel volgens de traditie – niet zonder letterlijke slag en stoot. Bont en blauw begon ik aan mijn leven zonder ouders, zonder familie, zonder zaak, zelfs zonder echtgenoot. Hij besloot partij te kiezen voor mijn ouders.
Tranen van trots
Gelukkig ben ik trouw gebleven aan mijzelf en nog altijd ben ik iemand die anderen graag helpt. Een goede eigenschap, vind ik. Doch, ik help tegenwoordig wel alleen op mijn voorwaarden. Oeps, merk ik daar wat vrouwelijke Bokito-trekjes? Dat zou zomaar kunnen. Dat is niet erg. Een beetje stevige taal kan geen kwaad, want van binnen blijf ik altijd een softie. Iets waar ik trouwens tegenwoordig graag mijn wisselende hormoonspiegel door de overgang de schuld van geef, maar dat even terzijde. Ik ben het watje van de familie. Een echte jankerd. Zo vloeien mijn tranen bij zowat elke zielige scene op t.v. Maar even zo vaak schiet er een brok in mijn keel van trotsheid als ik naar mijn dochter kijk.
Familie en zaken, het kan wel
Een stoere, zelfstandige meid met een eigen bedrijf. Kennis genoeg na een hbo-studie en jaren van praktijkervaring. Nee, die maak ik niets wijs. Supertrots ben ik op het feit dat ze in mijn blad wil schrijven en samen genieten we van het eigen baas zijn; ieder op haar eigen manier maar wel met elkaar, voor elkaar. Familie en zaken; Iets wat ik in het verleden niet kon met mijn moeder, kan ik nu wel met mijn dochter. Zij is wijzer dan ik toen.
Ik gelukkig ook…
Zijn er meer Sarahs die zaken en familie combineren en in een familiebedrijf werken? Loop je tegen hele positieve dingen of juist die vervelende zaken aan? Deel je het met ons? Leuk!
Geef een reactie